Drink je thuis regelmatig een wijntje? Grote kans dat je een lekker flesje pakt en hier wat van in een wijnglas schenkt. Als je binnenkort gasten krijgt en nu al weet dat ze een wijntje drinken, wil je de wijn misschien op een professionele manier serveren. Omdat veel mensen niet weten hoe ze dit doen, helpen wij je op weg. Hieronder staan 4 zaken op een rijtje om rekening mee te houden bij het serveren van wijn.
1. Glassoort
Wijnglazen zijn er in allerlei soorten en maten. Dit is niet voor niets, want de glazen zijn ontworpen voor een specifieke wijnsoort. De wijn smaakt vaak een stuk beter als je deze in een daarvoor bedoeld glas serveert. Witte wijn en rosé serveer je bij voorkeur in een middelgroot glas, terwijl je rode Barolo wijn juist in een groter en breder glas serveert. Wil jij je gasten een mousserende wijn voorschotelen? Schenk deze dan uit in smalle, hoge glazen (flûtes). De bubbels blijven dan langer in de wijn dan wanneer je deze in een breder glas serveert.
2. Hygiëne
Het spreekt misschien voor zich, maar we staan hier ook nog even stil bij de hygiëne. Serveer wijn bij voorkeur alleen in een brandschoon glas. Het kan geen kwaad om de glazen goed te inspecteren voordat je de wijn inschenkt. Zelfs het kleinste vuiltje kan de smaak van de wijn al beïnvloeden. Dit is ook de reden dat veel mensen wijnglazen afnemen met een linnen doek voordat ze er wijn in serveren. Vuil en vette vingerafdrukken verdwijnen zo uit het glas. Ziet het glas er schoon uit? Ruik er dan ook nog even aan. Stank is ook niet bevorderlijk voor de smaak van de wijn.
3. Temperatuur
Om een lekker wijntje te serveren, moet je ook rekening houden met de temperatuur. Veel mensen houden namelijk niet van een te warme of te koude wijn. Het is je waarschijnlijk al wel bekend, maar rode wijn bewaar je altijd op kamertemperatuur. Zet hem bij voorkeur op een donkere plek neer, zoals in de kast. Voor witte wijn, rosé en mousserende wijnen van Colaris geldt dat je ze juist gekoeld moet bewaren. De temperatuur hangt af van het soort wijn, maar grofweg ligt deze tussen de 6 en 13 graden. Vandaar dat je deze wijnsoorten vaak het beste in de koelkast kunt bewaren.
4. Decanteren
Tot slot moet je rekening houden met het decanteren. De echte wijnliefhebbers onder ons weten waarschijnlijk wel wat deze term betekent, maar we leggen het toch nog even kort uit. In principe betekent decanteren niets meer dan het overschenken van de wijn in een karaf. Dit gebeurt vooral bij rode wijnen, want deze bevatten doorgaans vrij veel bezinksel. Decanteren is overigens niet alleen aan te raden bij oude wijnen, maar ook bij jonge wijnen. Door de inhoud van de fles over te gieten in een karaf, wordt een groter deel van de wijn blootgesteld aan zuurstof. Dit komt de smaak van de wijn over het algemeen ten goede.
